Het menselijk oog
Alles wat u moet weten over de anatomie, structuur en functies van het gezichtscentrum van het menselijk lichaam
Het oog is een van onze belangrijkste zintuigelijke organen – bijna geen enkel orgaan is zo complex. Het menselijk oog is in staat om per seconde meer dan tien miljoen deeltjes aan informatie te absorberen en verwerken. Maar heeft u er ooit echt over nagedacht hoe het oog werkt? Hoe worden de beelden die wij zien eigenlijk gegenereerd? En welke delen van ons lichaam zijn betrokken bij dit ingewikkelde proces? BETER ZIEN geeft ons alle details – van de anatomie en structuur van het oog tot de functies.
Het oog werkt op vergelijkbare wijze als een videocamera – de verschillende onderdelen werken samen om de wereld om ons heen te visualiseren. Lees verder om erachter te komen hoe het oog precies werkt. Maar laten we eerst de belangrijkste onderdelen van het oog en de structuur bespreken.
De manier waarop we dingen zien maakt deel uit van een complex proces: nog voor we iets zien, moet er een reeks individuele stappen plaatsvinden zowel in het oog als in de hersenen. Het gaat om het visueel-corticale pad dat begint bij het oog en helemaal naar de hersenen loopt. Simpel gezegd, werkt het zicht op deze manier: het menselijk oog absorbeert licht vanuit de omgeving en verzamelt dit op het hoornvlies. Dit resulteert in een eerste visuele indruk. Vervolgens stuurt het oog dit beeld naar de hersenen via de oogzenuw, die het beeld verwerken; het resultaat is "zicht". Licht vormt de basis voor alles wat we zien. In volledige duisternis zijn we praktisch gezien blind.
Dit betekent dat we een object alleen kunnen zien, als er (zelfs maar het kleinste beetje) licht op valt. Het object kaatst dit licht terug, en vervolgens kunnen onze ogen dit waarnemen. Als we naar een boom kijken, absorberen onze ogen feitelijk het licht dat de boom weerkaatst; de stralen penetreren eerst het bindvlies en daarna de cornea. Vervolgens gaat het licht door de voorste oogkamer en de pupil. Daarna arriveert het licht bij de ooglens, waar het licht wordt opgevangen en overgebracht op het lichtgevoelige netvlies. Vervolgens wordt daar de visuele informatie verzameld en verdeeld: de staafjes zijn verantwoordelijk voor het herkennen van licht en duisternis, de kegeltjes zijn verantwoordelijk voor helderheid en kleuren. Deze informatie wordt naar de oogzenuw overgebracht, waarna deze het direct naar de hersenen stuurt. Hier wordt de informatie nogmaals geanalyseerd en geïnterpreteerd, om vervolgens het beeld dat we daadwerkelijk zien te vormen.
Ook al hebben we zulke gedetailleerde informatie over de anatomie van het menselijk oog en de structuur van het oog, veel vragen over hoe ons bewustzijn werkt blijven onbeantwoord. Dus ook al weten we welke delen van ons brein het meest actief zijn als we iets zien, niemand weet precies hoe we de wereld op basis hiervan waarnemen.
Dingen dichtbij en veraf zien
Gezonde ogen kunnen automatisch en zonder enige ondersteuning wisselen tussen zicht op afstand en nabij, zodat we objecten op beide afstanden scherp kunnen zien. Het dynamische vermogen om objecten op verschillende afstanden duidelijk te kunnen zien heet accommodatie. Het is gebaseerd op de elasticiteit van onze ooglens. Zolang er geen sprake is van beschadiging, kan de lens zijn vorm aanpassen aan de afstand naar het object dat we willen zien. De ooglens is normaal gesproken plat en lang, wat ideaal is voor het kijken naar objecten in de verte. Als we naar een object dichtbij moeten kijken, wordt de lens boller. Hierdoor kunnen we ook dit object scherp zien. Accommodatie wordt altijd gebruikt wanneer objecten onscherp op de fovea terecht komen.
Overdag objecten zien – hoe onze ogen werken
De kleurgevoelige kegeltjes zijn verantwoordelijk voor het zicht als er genoeg licht is (dit wordt fotopisch zicht of dagzicht genoemd). De pupil is ook betrokken bij dagzicht: des te feller het licht, des te kleiner de pupil wordt. De pupil past zich aan in verschillende lichtomstandigheden en reguleert hiermee de hoeveelheid licht die het oog binnen komt. Deze vaardigheid staat bekend als pupiladaptatie. Zonnebrillen en gekleurde brillenglazen kunnen het oog tegen fel licht beschermen.
Nacht- en schemerzicht
's Nachts wisselen onze ogen van dagzicht (fotopisch zicht) naar nachtzicht (scotopisch zicht). Gezonde ogen hebben ongeveer 25 minuten nodig om zich aan het donker aan te passen. Des te minder licht er beschikbaar is, des te actiever worden de sensorcellen van het oog. Zij zijn verantwoordelijk voor ons licht/donker-zicht en heten staafjes. Tegelijkertijd worden de pupillen groter om zoveel mogelijk licht in het oog te laten vallen. Gezonde ogen hebben geen moeite om zich aan te passen aan veranderende lichtomstandigheden. Erfelijke aandoeningen, bepaalde medicatie, blessures en een vitamine-A-tekort kunnen allemaal leiden tot verminderd nacht- of schemerzicht. Dit is een probleem waar veel brildragers last van hebben. De pupillen moeten wijder worden bij omstandigheden met minder licht. Het gevolg hiervan is dat de dieptewaarneming en het ruimtelijke zicht afnemen, terwijl weerspiegelingen en slecht contrast de ogen vermoeien. De i.Scription® technologie van ZEISS houdt bij het ontwerpen van de brillenglazen rekening met het feit dat de pupillen van de drager 's nachts wijder worden; op deze manier worden de visuele prestaties van het nacht- en schemerzicht aanzienlijk verbeterd.
En wist u al dat ons licht/donker-zicht ook een belangrijke rol speelt als het om veiligheid aan boord van een vliegtuig gaat? Gedurende het opstijgen en landen wordt de cabineverlichting gedimd zodat de ogen van passagiers en bemanningsleden zich meteen kunnen aanpassen aan de nieuwe lichtomstandigheden in het geval van een ongeluk. Hiermee kunnen belangrijke seconden gewonnen worden in een noodgeval.
Zichtproblemen en oogaandoeningen – wat te doen als je zicht beperkt is
Bijziendheid, verziendheid, presbyopie (ouderdomsslechtziendheid) – er zijn veel verschillende zichtproblemen die uw visuele waarneming kunnen beperken. In de meeste gevallen kan een goed afgestelde bril met de juiste brillenglazen u helpen om weer scherp te zien. BETER ZIEN legt uit: Welk type brillenglas is het beste geschikt voor verschillende visuele beperkingen?
Veel oogaandoeningen kunnen een invloed hebben op uw zicht en kunnen ernstige gevolgen hebben voor de manier waarop we de wereld zien. Dit omvat alles van de meer onschuldige oogaandoeningen zoals chronische droge ogen, glazige opaciteit (lichtdoorlatendheid) en ogen dichtknijpen tot cataract (staar), glaucoom (verhoogde druk in het oog) en maculadegeneratie (schade aan de gele vlek). Maar wat zijn de meest voorkomende oogaandoeningen en hoe kunt u deze herkennen?
Bent u enigszins verward over al deze termen en processen? Maakt u zich geen zorgen! Zoals u kunt zien, is het menselijk oog een zeer complex orgaan dat nauw met de hersenen samenwerkt; het wordt vaak zelfs gezien als het venster tot de hersenen. Bijna geen enkel ander zintuig geeft ons zoveel informatie over onze omgeving, ons dagelijks leven of de mensen om ons heen – en, uiteindelijk, over onszelf.