Wat is het draaipunt van het oog?
Een speciaal punt in het oog speelt meer dan een bijrol in de productie van ZEISS brillenglazen.
Wist u dat een speciaal punt in het oog, namelijk het draaipunt ervan, bij ZEISS een sleutelrol speelt bij het optimaliseren van precisie-brillenglazen? Dit kan van doorslaggevend belang zijn bij het bepalen van het kijkcomfort dat de brildrager krijgt geboden met zijn of haar nieuwe brillenglazen.
Veel individuele parameters of meetpunten zijn belangrijk wanneer brillenglazen in een montuur worden gezet. Ze bepalen hoe natuurlijk het zicht van de brildrager zal zijn en hoe snel hij of zij aan de nieuwe brillenglazen zal wennen. Deze parameters omvatten bijvoorbeeld de hoornvliesafstand, de pupilafstand, de pupilhoogte, de inclinatiehoek van de brillenglazen in het montuur en de doorbuiging van het montuur. Er is echter één punt in het oog dat niet direct door uw opticien wordt gemeten. Het draaipunt van het oog is een verdere parameter waar bij de productie van ZEISS precisie-brillenglazen rekening mee wordt gehouden.
Bij ZEISS wordt deze waarde met behulp van een complex algoritme berekend. In 1970 werd er bij de productie van brillenglazen voor het eerst rekening mee gehouden en is sindsdien constant verfijnd en geoptimaliseerd in ZEISS brillenglasontwerpen. Dit is alleen mogelijk door het verzamelen van heel veel gegevens van brildragers, meer dan 500.000 per jaar!
Het draaipunt van het oog geeft aan rond welk punt het oog zich tijdens het kijken achter het brillenglas beweegt!
Waarom is het draaipunt van het oog zo belangrijk voor de brildrager?
Het opnemen van het draaipunt van het oog in het brillenglasontwerp is met name belangrijk voor brildragers met hoge sterktes. Dit optimaliseert het zicht en maakt het natuurlijker en comfortabeler. Verder is dit punt belangrijk voor de productie van multifocale brillenglazen. En het is een absolute must voor de productie van multifocale brillenglazen met behulp van de freeform-technologie bij ZEISS. Want het is een van de puzzelstukjes dat bepaalt hoe comfortabel de overgang tussen de verschillende kijkafstanden voor dichtbij, veraf en ertussenin voor het oog van de brildrager verloopt.
ZEISS controleert voortdurend de berekening van het algoritme met behulp van de gegevens van een groot aantal oogonderzoeken. Dit wordt allemaal ondersteund door de medische expertise en ervaring van onze collega's van Carl Zeiss Meditec AG. Het algoritme varieert binnen een klein bereik van slechts een paar millimeter en wordt in het ideale geval individueel voor de sterkte van de desbetreffende brildrager berekend.
Draaipunt (Z’) voor ogen met normaal zicht
Het draaipunt van het oog bevindt zich centraal in het midden van het oog.
Z’ = draaipunt van het oog
e = vertex-/hoornvliesafstand
b’ = afstand vertex - draaipunt
b* = afstand hoornvlies - draaipunt
Verandering van de positie van het draaipunt van het oog bij bijziende ogen:
Bijziendheid of myopie ontstaat meestal door een te "lange" oogappel. Een afwijking van slechts 1 millimeter kan al resulteren in bijziendheid van circa -3 dioptrieën. Dit betekent dat het oog zich anders rond zijn draaipunt beweegt en zo ook anders door het brillenglas kijkt.
Verandering van de positie van het draaipunt van het oog bij verziende ogen:
Bij verziendheid of hyperopie is de oogappel te "kort" en beeldt een voorwerp veraf achter het netvlies af. Een wazig beeld is het resultaat. Ook nu weer betekent dit dat het oog zich anders rond zijn draaipunt beweegt en zo ook anders door het brillenglas kijkt.
Het draaipunt van het oog speelt ook een belangrijke rol bij astigmatisme (cilindrische afwijking).
Het astigmatische oog beeldt de wereld in twee focale lijnen af die zich op verschillende afstanden (ofwel allebei voor of allebei achter het netvlies, ofwel telkens één voor en één achter het netvlies) bevinden. In het midden tussen de twee focale lijnen is het beeld wazig en heeft geen voorkeursrichting: hiervoor wordt het begrip "gemiddelde sfeer" gebruikt. Deze gemiddelde waarde wordt gebruikt voor de berekening van het draaipunt van het oog dat vervolgens in de berekening van torische brillenglazen (brillenglazen met een cilinderwaarde in een bepaalde asrichting) wordt opgenomen.
Het draaipunt is dus afhankelijk van het type gezichtsstoornis en geldt voor elk afzonderlijk oog. Het verandert dus bijvoorbeeld niet voor het afzonderlijke oog bij de aanwezigheid van heteroforie – een beeldpositiefout die kan worden toegeschreven aan een afwijking van de twee gezichtsassen ten opzichte van elkaar, zodat de getroffen persoon aanzienlijke moeite moet doen om dubbele beelden te vermijden. Prismatische brillenglazen kunnen de beeldpositiefout corrigeren en zo het kijkcomfort verbeteren.
In één oogopslag:
Wist u dat, behalve de kwaliteit en nauwkeurigheid bij de berekening van het brillenglasontwerp, ook de exacte meetgegevens bij de refractie en centrering van doorslaggevend belang zijn? Tot wel 40% van het gezichtsvermogen kan vanwege een onnauwkeurige centrering verloren gaan. Meer informatie…